Ga verder naar de inhoud

Peter Ritzen, die al op zijn derde zijn eerste pianolessen kreeg, studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Gent dat toen werd geleid door organist-componist Gabriel Verschraegen (1919-1981). Bij de internationaal befaamde pianist, componist en dirigent François Glorieux (1932-2023) studeerde hij kamermuziek, terwijl hij bij de eminente pianist Louis Pas (1913-2013) in 1978 een Eerste Prijs piano met grootste onderscheiding behaalde. In 1981 werd hij laureaat van de internationale pianowedstrijd Jonge Virtuozen en datzelfde jaar kreeg hij ook de prijs van het Fonds Alex de Vries in Antwerpen. Van 1981 tot 1983 zette hij aan het Mozarteum in Salzburg zijn studies verder bij de Russische pianiste Tatiana Nikolayeva (1924-1993), waarna hij in 1984 aan de École Normale de Musique de Paris Alfred Cortot bij de Poolse pianopedagoog Marian Rybicki (1915-1987) het Diplôme Supérieure d’Exécution behaalde.

Naast zijn activiteiten als pianist in internationale concertzalen en in de opnamestudio – hij is verbonden aan het label NAXOS – componeert Ritzen ook. Zijn grote vertrouwdheid met de Chinese cultuur heeft hem geïnspireerd tot composities die beïnvloed zijn door de Chinese traditie. Zo componeerde hij onder meer drie Chinese rapsodieën voor piano (1987-1989), drie pianoconcerto’s (Concerto Nr. 1 ‘China in the Year of the Dragon’, 1989; Concerto ‘The Last Empress’, 1994 en Concerto for Taiwan, 2000) en de ‘transcendentale symfonie’ Heavenly Peace voor orgel, koren, groot orkest, Chinese percussie- en instrumenten en solisten op een libretto van Santiago Rupérez Durá (2003). In 2009 schreef hij op een eigen libretto het ‘sacraal symfonisch gedicht’ Finis est infinitus voor sopraan, koor, groot ensemble en percussie en in 2017 componeerde hij op naar het Duits vertaalde gedichten van priester-dichter Anton Van Wilderode (1918-1998) het symfonisch gedicht Die Wildrose voor koor, orgel, solisten en orkest.

Ritzen ontplooit zowel in China als Europa artistieke activiteiten. In Wenen is hij sinds 1991 stichter en artistiek directeur van de International Leschetizky Academy en sinds 2014 is hij stichter en muziekdirecteur van de New Cosmos Philharmoniker Wien. In Beijing is hij sinds 2011 voorzitter van de New Cosmos Society en van 2021 tot 2023 was hij artiest in residentie van de National Performing Arts Group in Chongqing, China.

Het was een bijzonder succesrijk concert met de Salzburger Soloisten in 2006 in Taipei dat voor Ritzen de aanleiding was om dit pianokwintet te componeren. Hij droeg het werk trouwens ook op aan violist Luz Leskowitz en diens Salzburger Soloisten.
Het eerste deel, een herwerking van een vroeger concerto, is gebaseerd op de letters ANASTASIA [A = la, N = sol, etc.]. De naam verwijst naar de jongste dochter van tsaar Nicolaas II, maar ook naar een Anastasia van Chinese afkomst die Ritzen in Wenen ontmoette. Naar eigen zeggen wil Ritzen naar het voorbeeld van zijn geliefde componist Anton Bruckner (1824-1896) in de ABA-vorm van het Scherzo de binaire met de ternaire maat confronteren. In de ternaire maat klinkt een café chantant-achtige melodie door. In het elegische Adagio neemt de cello de boventoon, begeleid door contrapuntische tegenstemmen in de andere strijkers en een pianopartij voor de linkerhand. Het slotdeel bestaat uit twaalf variaties op ARRIAGA, de familienaam van de Spaanse componist Juan de Arriaga (1806-1826), bijgenaamd ‘de Spaanse Mozart’. Met Arriaga wil Ritzen verwijzen naar zijn vriendschap en samenwerking met Santiago Rupérez, de voormalige Spaanse vertegenwoordiger in Taipei die libretto’s voor hem schreef. In 1999 componeerde Ritzen een eerste versie van deze variatiereeks die hij in 2006 herwerkte als finale van dit pianokwintet.
Het kwintet werd op 20 december 2008 in Gent opgenomen door Peter Ritzen en leden van de Moscow Chamber Academy en in 2011 op cd uitgebracht door Naxos.

Duurtijd: 30’25”.

Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 2638, 2024].