Ga verder naar de inhoud

Cabus, Peter

° Mechelen, 27/07/1923 — † Mechelen, 11/11/2000

Biografie

Kim De Brabander

Peter Cabus volgde zijn eerste muzieklessen aan het Stedelijk Conservatorium in zijn geboorteplaats Mechelen. Hij kreeg er onder meer harmonie en contrapunt van de toenmalige directeur Godfried Devreese. Aanvankelijk studeerde Cabus viool, een keuze die vooral bepaald werd door zijn ouders. Na vier jaar schakelde hij over op de piano, waar hij voor een lange tijd aan verknocht geraakte.

Nog in deze periode sloot Peter Cabus zich aan bij het Sint-Romboutskoor. Hij maakte er kennis met het gregoriaans en met de grote polyfone werken van onder meer Johannes Ockegem en Philippus de Monte. Deze vroege muzikale ervaringen gaven Cabus een eerste stimulans tot het verkennen van zijn eigen muzikale talent; ook zijn eerste leraar en begenadigd componist Godfried Devreese speelde hierin een inspirerende rol.

In 1940 begon Peter Cabus zijn hogere muzikale studies aan het Lemmensinstituut in Mechelen. Hij volgde orgel bij Flor Peeters en contrapunt bij Marinus de Jong. Omdat er in het Lemmensinstituut vooral gefocust werd op orgel en Cabus zich meer pianist dan organist voelde, veranderde hij na twee jaar van school. Zijn keuze viel op het Koninklijk Conservatorium van Brussel, waar hij les kreeg van Charles Scharrès (piano), André Gertler (kamermuziek) en Jean Absil (fuga). Net zoals Godfried Devreese had Jean Absil, bij wie Cabus later ook privélessen harmonie nam, een grote invloed op de muzikale keuzes van de Mechelse componist.

In 1946 studeerde Peter Cabus af aan het Brusselse Conservatorium. Met heel wat eerste prijzen op zak zette hij zijn eerste stappen in het muziekleven als concertpianist: hij gaf verscheidene recitals en trad voornamelijk op in kamermuziekverband. Ook is bekend dat hij samen met violist Louis Thienpont en cellist Jan Maurer een trio vormde dat voornamelijk de klassieke literatuur van Mozart, Beethoven en Brahms vertolkte. Een fysische belemmering, namelijk een neuritis in de rechterarm, maar ook zijn zeer brede muzikale interesse zorgden ervoor dat Cabus een andere weg insloeg dan die van een zuivere solocarrière als pianist.

Peter Cabus was lange tijd actief in het muziekonderwijs. In 1946 begon hij als eerste leraar notenleer en piano aan het Stedelijk Conservatorium van Mechelen. In 1947 ging hij, eveneens als pianoleraar, van start aan de muziekacademie van Mortsel. Cabus was ook muziekleraar aan verscheidene middelbare scholen: van 1950 tot 1954 gaf hij muzikale opvoeding aan het Koninklijk Atheneum van Keerbergen en van 1954 tot 1959 aan de Rijksmiddelbare School in Antwerpen. In 1959 werd Cabus aangesteld tot directeur van het Stedelijk Conservatorium van Mechelen. Daarnaast was hij een lange tijd verbonden aan het Koninklijk Muziekconservatorium Brussel en doceerde hij van 1980 tot 1989 muziekschriftuur (harmonie, contrapunt en fuga) aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth te Waterloo.

De pedagogische bekommernis van Cabus uitte zich niet alleen in zijn drukke bestaan als muziekdocent maar ook meer algemeen in zijn overtuiging dat het muziekonderwijs een belangrijk rol speelt in de ontwikkeling van de muziek en de cultuur in ons land. Als directeur van het Mechelse Conservatorium had hij een uitgesproken opvatting over het hoe en waarom van muzieklessen: “Een muziekschool heeft ook een culturele taak te vervullen, die voor het algemeen muziekleven van groot, zo niet van overwegend belang is: de vorming van degelijke liefhebbers, die musiceren voor eigen geestelijke verrijking en dan meteen ook het beste en het trouwste concertpubliek vormen. “Het is niet verwonderlijk dat een niet onbelangrijk deel van Cabus’ oeuvre bestaat uit werken met pedagogische inslag.

Doorheen de jaren was Peter Cabus ook zeer bedrijvig als componist. Dit componeren zat hem van kindsbeen af in het bloed. Vanaf zijn negende jaar componeerde hij enkele kleine werken en al op veertienjarige leeftijd werd zijn eerste orkestwerk, Orkestvariaties (1938), in het openbaar uitgevoerd. Geleidelijk aan ontving Cabus belangrijke compositieopdrachten van o.a. de BRT (Het jonge jaar, 1986), het Ministerie van Cultuur (Symfonie voor strijkers, 1986) en het Festival Van Vlaanderen (Muziek voor orgel, kopers en percussie, 1978). In totaal schreef hij een driehonderdtal werken voor diverse bezettingen. Naast orkestwerken componeerde hij heel wat kamermuziek. Ook schreef hij een reeks vocale werken, zowel op Nederlandstalige als op Franse, Engelse en zelfs Latijnse teksten. Ook toneelmuziek en muziek voor poppenspelen vindt men terug in zijn oeuvre. Opvallend is zijn grote voorliefde voor instrumentale muziek en in het bijzonder de voorname rol die de koperblazers hierin spelen.

Peter Cabus’ persoonlijke stijlvorming kadert volledig in de context van het modernisme van de 20e eeuw. Hij is een typische vertegenwoordiger van het neo-classicisme, weliswaar met een eclectische stijl. De meeste van zijn werken zijn opgesteld met zin voor een evenwichtige vormgeving. In zijn symfonieën en andere grote orkestwerken grijpt hij vaak terug naar de gevestigde sonate- of rondovormen. Ook de vele herhalingen van thema’s en motieven in zijn werk verraden zijn bewondering voor de grote klassieken als Beethoven en Mozart. Het volgen van bepaalde vaste waarden en het grote respect dat hij betuigt voor zijn voorgangers heeft naar eigen zeggen ook met zijn christelijke opvoeding te maken. Anderzijds toont Peter Cabus ook een zekere nieuwsgierigheid voor de nieuwe verworvenheden van de 20ste eeuw. Hoewel zijn muziek in wezen een tonale toonspraak heeft, vindt men verscheidene passages in zijn werk terug die atonaal of dodecafonisch zijn uitgewerkt.

Zijn omvangrijk oeuvre en talrijke pedagogische activiteiten getuigen van een diepgewortelde toewijding en liefde voor het vak. Het engagement van deze Mechelse componist ging ver: in 1972 lag hij mee aan de basis van de oprichting van het Festival van Vlaanderen-Mechelen en de laatste twintig jaren van zijn leven steunde hij - als lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten - de ontwikkeling van de kunst in ons land.

Peter Cabus wist als talentvol componist en inspirerend muziekpedagoog een belangrijke plaats in het Belgische muzieklandschap te veroveren.

Audio en video

Sinfonia concertante

Concertino

Bibliografie

Eigen werk

  • Cabus, P.: Reinaert II, in: Muziek en Woord, jrg. 1, nr. 10, 1975, p. 1.
  • Cabus, P.: Mijn tweede symfonie en haar plaats in het symfonisch landschap van België, in: Academiae Analecta, Brussel, jrg. 1, nr. 54, 1954, p. 83-92.
  • Cabus, P.: Peter Cabus, in: Forum, jrg. 3, nr. 2, 1995, p. 23-28.
  • Cabus, P.: Vragen bij recente ontwikkelingen in het muziekonderwijs hier te lande, in: Academiae Analecta, Brussel, jrg. 1, nr. 48, 1987, p. 57-65.

Anderen over deze componist

  • Compeers, P.: Cabus, P., via <http://www.cebedem.be/nl/componisten/c/47-cabus-peter> (online op 1 december 2010).
  • Delaere, M., Knockaert, Y. en Sabbe, H.: Nieuwe Muziek in Vlaanderen, Brugge, 1998, p. 110-111.
  • Heughebaert, H.: Cabus, Peter, in: Algemene Muziek Encyclopedie, Haarlem, dl. 2, 1980, p. 88-89.
  • Heughebaert, H.: Ontmoeting met Peter Cabus, in: Gamma, jrg. 24, nr. 1, 1975, p. 12-16.
  • Levaux, T.: Cabus, Peter, in: Dictionnaire des compositeurs de Belgique du moyen âge à nos jours, Ohain-Lasne, 2006, p. 104.
  • N.N.: In memoriam musicam Peter Cabus (1923-2000), Mechelen, 2010, programmabrochure.
  • Roquet, F.: Cabus, Peter, in: Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roeselare, 2007, p. 99.
  • Steens, B.: Peter Cabus, biografie en oeuvrecatalogus, onuitgegeven thesis aan de Katholieke Hogeschool Mechelen, 1998.
  • Vliegen, J.: Peter Cabus, onuitgegeven thesis aan de Universiteit Antwerpen, 1987.
  • Von Volborth-Danys, D.: Cabus, Peter, in: The New Grove dictionary of music and musicians, Oxford, 2001, dl. 4, p. 766.

Artikels

Meer info bij MATRIX

Joris Compeers en Jenske Vanhaelemeersch

Heb je een vraag of heb je een foutje opgemerkt? Zoek je een partituur?

Of heb je zelf nog meer informatie over deze persoon, contacteer ons dan.